Enig kind zijn…

Wanneer ik nieuwe mensen ontmoet en ze horen dat ik geen broers of zussen heb, krijg ik vaak een blik van medelijden. Opmerkingen als “Goh, wat zielig voor je”, “Jeetje, jij voelde je zeker vaak alleen vroeger” of “Jij bent dan vast verwend” zijn dan standaard vragen die de revue passeren. Laat ik jullie uit die droom helpen. Uiteraard kan ik niet voor andere mensen praten, maar geloof me: Ik was alles behalve zielig, alleen of verwend!

In mijn jeugd mocht ik altijd van mijn ouders een vriendje of vriendinnetje of een neefje of nichtje meenemen als we ergens heen gingen! Gingen we naar de Efteling, dan koos ik een vriendinnetje uit en gingen we op vakantie dan was dat vaak samen met familie. Of ik mocht juist mee met familie op vakantie, nog leuker!


Vooroordelen

“Jij kreeg zeker alles vroeger?” of “Ja, maar jij bent enig kind..” Van mijn 13etot mijn 21eheb ik altijd een bijbaantje gehad. Wat begon met alleen een zaterdagochtend werken bij de plaatselijke bakker, werd uitgebreid naar een hele dag en vanaf mijn 18kwam daar ook nog een zondagochtend bij! Mijn ouders hebben me van kleins af aan geleerd dat je moet werken voor je geld en dat je dan pas iets kunt kopen of op die manier kan sparen. En dat probeer ik ook zeer zeker mijn eigen dochter mee te geven. Tuurlijk kreeg ik ook wel eens een nieuwe telefoon of een paar extra schoenen die ik eigenlijk niet nodig had, maar lag dat echt aan het feit dat ik enig kind ben?

Alle vooroordelen over ‘vroeger’ kan ik dus zo weerleggen. In mijn geval dan, want nogmaals, ik kan alleen voor mezelf praten. Waar ik het veel moeilijker mee heb, is het feit dat ik nu als volwassen vrouw nog steeds enig kind ben.


De angst voor later

Ik weet dat mijn ouders niet het eeuwige leven hebben en ook langzaamaan een dagje ouder worden. En sinds een paar jaar besef ik me pas heel goed wat enig kind zijn ‘echt’ inhoudt. Het houdt namelijk in dat ik straks ‘alleen’ overblijf. Natuurlijk blijf ik niet letterlijk alleen. Ik heb mijn gezin en genoeg vrienden die er altijd voor me zullen zijn. Maar de ooit toekomstige zorg voor mijn ouders zal op mijn schouders terechtkomen.

Er is geen broer of zus met wie ik kan afwisselen of die ik even kan bellen om te vragen of hij/zij even langs kan gaan. Juist die dag, omdat mijn kind net die dag een feestje heeft, moet afzwemmen of een heel belangrijk moment heeft waar ze haar moeder bij nodig heeft. Er is geen broer of zus met wie ik kan overleggen hoe om te gaan met bepaalde zaken. Maar bovenal is er geen broer of zus met wie ik later de herinneringen van vroeger kan delen….

 

Wanneer dit gevoel me overmeestert, probeer ik dit altijd zo snel mogelijk weg te drukken. Wegdrukken onder de noemer, dat duurt nog zo lang! Maar sinds enige tijd is het een terugkerend iets in mijn hoofd. Ik heb namelijk zelf ook maar 1 kind……

 

Schuldig

En daar komt nou net ‘dat stemmetje’ om de hoek. Ik merk dat ik me schuldig voel, schuldig naar haar! Ik maak me geen zorgen over nu. Tuurlijk zijn er fases waarin ze tegen iedereen die het horen wil, roept dat ze grote zus is of wordt terwijl niets minder waar is. Dat levert voor mij, als moeder, soms hele gênante momenten op. Maar naast dat, beseft Lauren oprecht niet wat ze roept. Ze weet niet hoe het is om een broertje of zusje te hebben. Simpelweg omdat ze die nog nooit heeft gehad. In haar ogen is ze gewoon een grote zus! “Want grote zussen gaan naar school toch, mama?” Leg dan maar eens uit dat dat niet waar is!

Nee, druk over nu maak ik me niet. Waar die buikpijn dan af en toe vandaan komt? Dat ze nu nog niet weet hoe het is om enig kind te zijn, maar als ze later groter is dit wel zal snappen en dat ik niet weet hoe ze er dan in zal staan. Dat, mocht er geen broertje of zusje meer komen, dat ze me dit dan niet kwalijk neemt…..

TERUG